STADSBOERDERIJEN BINNEN VESTING NAARDEN
In
1945 inventariseerde de overheid het vee dat nog aanwezig was. Binnen de
vesting waren volgens deze inventarisatie de volgende boeren (waaronder
erfgooiers en niet-erfgooiers) met boerderijen :
Niet
vermeld zijn enkele boerderijen, die in 1945 zonder vee waren als gevolg van de
splitsing boerderij/zuivelhandel.
Enkele
van deze lege boerderijen waren:
18
Gooijer de, W.H. Jzn. St. Vitusstr. 19
19
Gooijer de, Bertha H dr. Raadhuisstr.
20
Krijnen, H. St. Vitusstr. 15
Overigens
waren tussen de jaren twintig en veertig al enkele boerderijen verdwenen:
21
Gooijer de, J. Wzn.
St. Vitusstr. 36 [afgebroken
ca. 1938]
22
Keijer, A.
St. Vitusstr. 69 [verbrand in 1940]
23
Krijnen, J. Jzn. Beierd
15 [na brand
afgebroken in 1929]
24
Krijnen, T. Hzn. Raadhuisstr. [afgebroken
ca. 1920]
25
Schouten, L.J.L. Bussummerstr. 44 [afgebroken
na 1945]
(De
boerderij van Aart (de Koet) Keijer aan de Vitusstraat/Westwal verbrandde in 1940 als gevolg van
onvoorzichtigheid met vuur. De Koet verhuisde toen naar de boerderij, waar
voorheen de gebroeders Bakker hun bedrijf hadden.) Een brandende vestingboerderij kon een heel
huizenblok in de brand steken.
Er
waren eeuwenlang veel boerderijen in de vesting. Tijdens belegeringen bleek dat
voor de belegerden een voordeel. De Franse bezetters van 1672 en 1813 aten
tijdens de belegering het vee op en het veevoer diende voor de legerpaarden.
Ieder leger had dus profijt van de vestingboeren.
HISTORIE VAN HET GOOI, GOOIERS EN ERFGOOIERS